#7 Ik merkte dat er geestelijk iets veranderde

In de tabernakel en in de tempel waren alle spullen geheiligd en toegewijd aan God. Ze waren gezalfd met olie, wat symboliseerde dat het apart gezet was voor de dienst aan de Heer. Met dit in mijn achterhoofd, heb ik regelmatig mijn gitaar gezalfd en toegewijd aan God. Daarbij legde ik ook heel bewust mezelf in Gods handen, als instrument waar Hij doorheen mag werken. Soms smeerde ik olie op mijn vingers, mijn lippen en op mijn voorhoofd. Voor mij was dit een moment van overgave waarop ik mezelf los wilde maken van de wereldse dingen en puur en heilig voor God wilde staan. Apart gezet voor het werk dat Hij voor mij bedacht had door muziek en zang heen. Daarnaast deed ik dit om aan te geven dat ik echt alles van Hem wilde verwachten en het alleen kon door Zijn leiding.

Lees meer »

#6 Investeer in God ontmoeten

Is het jouw verlangen dat mensen God ontmoeten tijdens de worship? Dan is het belangrijk dat jijzelf investeert in God ontmoeten. Als je voorin staat met je team en mensen mag meenemen met je muziekinstrument en/of je stem, lukt dit alleen als je zelf bent, waar jij de ander graag heen wilt leiden. Vaak ben je afgeleid als je voorin staat. Er gebeurt van alles om je heen. Je voelt verantwoordelijkheid. Er gaan allerlei gedachten door je heen. Bladmuziek die je moet opzoeken. Noem maar op.

Lees meer »

#5 Ik wil elk woord aan God geven

Als een sneltrein leek de muziek en zang de zaal te vullen. Het ‘knalde’ aan alle kanten en de muzikaliteit spatte er van af. Maar… het ging zo snel dat mijn hart amper de tijd had om te verwerken wat er gezongen werd. Ik kon niet aanhaken bij wat er vanaf het podium gebeurde. Ik vroeg me af of het überhaupt mogelijk was.Het voelde als een gemiste kans. Het waren prachtige waarheden die we mochten zingen. Alleen het tempo was zo hoog dat ik stopte met meezingen. Ik heb God namelijk ooit een belofte gedaan: “Ik wil alles menen wat ik zing en dat wat ik zing puur en echt is.”Sindsdien wil ik niet gedachteloos meer zingen. Zodat ik geen liederen zing waar ik tekstueel niet achter sta. Niks meer afraffel en even ‘gauw gauw’ doe. Ik wil elk woord aan God geven en dat doe je niet even snel. Als liederen dan op hoog tempo worden gespeeld en je lijf gezellig mee swingt, maar je hoofd geen tijd heeft om te beseffen wat je zingt, dan voel ik me daar niet comfortabel bij. Net alsof ik God niet geven kan wat Hij waard is.Sinds ik deze belofte gedaan heb aan God, ben ik me ook veel bewuster van het tempo van liederen. Voorheen kon ik nummers weleens te snel inzetten en dat zong dan misschien lekker vlot weg, maar het miste zijn oorspronkelijke doel. Tenzij het doel alleen maar zingen was.

Lees meer »

#4 Mensen uitdagen om niet mee te zingen

Muziek en zang kun je op verschillende manieren inzetten. Meestal wordt het gebruikt om de samenzang te ondersteunen. Als moment waarin we God prijzen en bezingen wie Hij is. Zodra we dit doen wordt Zijn troon gebouwd en geven we Hem alle ruimte om de Koning te zijn -die Hij allang is- want je geeft Hem op deze manier wel ruimte in jouw hart.

Lees meer »

#3 Zij voelen zich gedragen

Worshipper ben je altijd, ook als je niet voorin staat. Misschien komt dan de ware worshipper in jou wel naar boven. Het gaat in de eerste plaats alleen om jou en God. Je hebt in de zaal niet het verantwoordelijkheidsgevoel om mensen mee te krijgen in de aanbidding tot God. Toch ben je een hele belangrijke schakel in het geheel. Jij bent op dat moment net zo goed een aanwakkeraar voor de mensen om je heen. Je helpt anderen om met jou mee te doen en dat heeft ook invloed op het muziekteam dat voorin staat. Zij voelen zich gedragen door de worshippers in de zaal. Dit speelt zich vooral af in het geestelijke, maar je zult het vast herkennen.

Lees meer »

#2 Het eeuwigdurende loflied in je binnenste

Ik stel wel eens de vraag: “Zijn de mensen in jullie muziekteams muzikanten of zijn het worshippers?” Vaak word ik dan onbegrepen aangekeken. Voor veel mensen is dat toch hetzelfde? Voor mij niet. Onlangs kreeg ik direct een vraag terug: “Onze oudstenraad was bij elkaar en toen ging het erover of de leden in het muziekteam een gave van God hebben gekregen omdat ze muzikaal zijn. Wat vind jij daar van?” Ik antwoordde: “Muzikaal zijn is een aangeboren talent. Worshipper zijn is een gave van God.” Nu snapte hij ook mijn vraag iets beter. Prachtige muziek kunnen maken of een zuivere stem hebben, zegt niks over een gave van God. Hij heeft jou geschapen met dit talent. Daar mag je kostbaar mee omgaan, dat wel. Pas als God erdoorheen gaat werken en het eeuwigdurende loflied wordt aangewakkerd in de muzikant, dan is het een gave door God geschonken. God geeft ons gaven tot opbouw van Zijn gemeente. Het is natuurlijk heerlijk voor jezelf, om een voortdurend loflied in je binnenste te hebben, waar je direct bij kunt aanhaken en waarmee je God verheerlijkt. Nog mooier is het als anderen bij jou mogen aanhaken. Jouw worship is zo dicht verbonden met de Heilige Geest, dat het voor hun meeliften is voor hun eigen loflied.Ervaar jij dit loflied in je binnenste? Zo niet, bid ervoor. Ik geloof dat de Heilige Geest dit wil aanwakkeren in jou en Zichzelf wil laten horen met Zijn loflied. Dat er een lied klinkt, zodra jouw gedachten stil worden.

Lees meer »

#1 Ik kan namelijk niemand in aanbidding leiden

Aanbidding is een levenshouding, een keuze. Aanbidding bepaalt je hele zijn, in alles wat je doet. Dus niet alleen muziek maken en christelijke liederen zingen. Daarom gebruik ik bewust het woord worship leiden als het muziek gerelateerd is. Als je het woord op google translate invult is de vertaling van worship: aanbidden. Maar ergens in de Nederlandse cultuur hebben we aanbidding gekoppeld aan zingen tijdens samenkomsten. Eigenlijk is de hele samenkomst aanbidding. Er naar toe gaan is ook aanbidding voor God. Je kiest om Hem te willen ontmoeten. Luisteren naar een spreker is ook aanbidding. Je wilt je stellen onder het onderwijs wat gebracht wordt en meer van God leren. Daarom verbaas ik me altijd als er in samenkomsten wordt gezegd: “En dan komt er nu een blok van aanbidding.” of “Dan gaan we nu aanbidden.” Was de rest geen aanbidding?

Lees meer »